Daniel C. Dennett

Tja, Daniel Clement Dennett mag dan al Cartesiaans geïnspireerd zijn en zichzelf de uitvinder van de Engelse frisbee noemen, dat sluit niet uit dat hij op een dag, ik denk dat het verleden week was, enorm begon te twijfelen aan z’n zekerheid dat atheïsme de enige vorm van geloof is die het zonder de bemoeienissen van God kan stellen, en ineens dacht hij: wat als God het niet eens de moeite waard vindt om zich te moeien, niet alleen met m’n filosofie maar evenmin met m’n baard, en met de kunstmatige intelligentie van iemand als ik, die met m’n beschikbare hoeveelheid kennis ook niet te hoog van de toren moet blazen als het aankomt op het schillen van de aardappelen, het bakken van het vlees en het aanstoven van de uitjes. Dennett werd helemaal confuus, met name van die uitjes. Heeft de éénkennige mens wel het recht om uitjes, toch ook entiteiten die onderhevig zijn aan waarheidsbevinding, te stoven, sterker nog, om ze in een combinatie te dwingen van aardappelen, vlees en groenten, en niet alleen zomaar groenten, maar de uitjes zelf, zodat ze als het ware verplicht worden om uit hun eigen aard te treden voor ze een, zij het inerte, kijk hebben op de hun aangewaaide metarealiteit. Dennett sprak daar dezelfde avond nog over met een vrouw die hij ontmoette op de bus en nadat hij z’n hele uitleg had gedaan zei ze: ‘Wat me vooral interesseert in je hele exposé is de functie van je baard. Volgens mij vindt God het inderdaad niet de moeite waard om zich te moeien met je baard, en net daarom zou je filosofie louter kunnen gebaseerd zijn op jouw luiheid om je te scheren, en terzijde wil ik daarbij opmerken dat het een flodderbaard is die ik m’n ergste vijand niet zou toewensen.’ Oei, door deze woorden was Dennett serieus op z’n pik getrapt. Hij besloot derhalve om nooit meer een bus te nemen. Dan ga ik wel per fiets, nam hij zich voor. De fiets was immers een puur chemisch fenomeen, wat uitstekend paste in de wijsgerige opvattingen van Dennett, die dan wel mocht twijfelen doch anderzijds doordrenkt was van de zekerheid dat z’n twijfel een compleet vaststaand feit was. Dus daar fietste hij dan, z’n baard in de wind en al bij al redelijk vrij van geest.

Herman Brusselmans